woensdag 27 november 2013

Doekje

Ik schrijf ineens veel over de dood. Het kan toeval of een teken zijn. ‘Misschien voel ik iets aan’. Het zou niet erg zijn om dood te gaan. Ik heb twee zelfgeschreven boeken op een usb-stick staan, ze zijn allebei publiceerbaar. Goed voor de verkoop. De usb-stick ligt op ooghoogte. Omdat ik elf kilo ben afgevallen kan ik mijn pak ook weer aan. Het jasje kan dicht, het deksel kan dicht. Mijn vriendin zegt dat ze zonder mij altijd prettiger slaapt. Ik had voor mijn dood graag nog een zin geschreven waar geen leugens in voor komen. Ik rook en drink niet meer, ik ben orgaandonor, te lang doorgerookt en gedronken. Mijn lichaam is van een oud vrouwtje geweest dat overal tegen aan botste. Het wachtwoord van mijn email zit gecodeerd in deze tekst. We hebben een doekje in huis waar we altijd het aanrecht mee schoonmaken. Wanneer we het doekje natmaken is het snel droog. Dat doekje is weg. We zoeken maar vinden het niet. We hebben nog meer van zulke doekjes, maar we hebben dit doekje in gebruik en willen dus dit doekje, we pakken geen ander doekje. Uiteindelijk vinden we het doekje op een andere verdieping. Het hangt over het hekje van de trap. Het doekje is opgedroogd en heeft de vorm aangenomen van de leuning van het hekje van de trap. Hoe het doekje daar gekomen is, is ons een raadsel.

zaterdag 23 november 2013

Variabele ik

Vorig jaar oktober kwam mijn boek uit. Ik werkte er tot eind augustus 2012 aan. Ik dacht altijd dat ik een lui iemand was. Tussen toen en nu schreef ik een theaterstuk, een roman, een dichtbundel (al telt die eigenlijk niet, gedichten zijn niet echt), diverse reportages, las ik honderd keer voor, schreef ik vijftigduizend woorden aan nieuwe korte verhalen, rookte ik 11937 sigaretten, dronk ik 2456 glazen wijn, vervreemde ik een familielid van me, stootte ik drie vrienden af, verhuisde ik weer eens, keek ik tachtig films, las ik 63 boeken, vergiste ik me in het aantal mensen dat niet in een variabele ik gelooft, viel ik elf kilo af en organiseerde ik een expositie. In al die tijd vielen er twee doden en bleef ik, vooralsnog, in leven.

donderdag 21 november 2013

De vrouw die het lelijkste schilderij ter wereld maakte

Op straat kom ik degene tegen bij wie ik ooit, aan de muur van zijn woning, het lelijkste schilderij ter wereld zag hangen. Ik schreef er een verhaal over, dat verhaal kwam in mijn boek Er gebeurde o.a niets, dat verhaal diende vervolgens als inspiratie voor een expositie: Het lelijkste schilderij ter wereld. Hij vraagt hoe de expositie was. Ik zeg dat de expositie een succes was, dat er wel honderd mensen waren en dat we de kunst van allerlei ketenen hebben bevrijd. Ik vraag hem of hij het originele lelijkste schilderij ter wereld, waar het allemaal mee begonnen is, nog aan de muur heeft hangen. Hij zegt dat het schilderij terug is naar de vrouw die het gemaakt heeft. Ik vraag of ze weet wat haar schilderij allemaal heeft losgemaakt. Hij zegt dat hij het haar maar niet heeft verteld.

maandag 18 november 2013

De schrijver

Overdag is de schrijver een huisvader. Zijn vrouw gaat naar haar werk. Hij maakt ontbijt voor de kinderen en brengt ze naar school. Thuis surft hij op internet tot het tijd is om boodschappen te doen en het huis aan kant te maken. Hij haalt de kinderen op. Zijn vrouw komt thuis, hij maakt avondeten. Hij brengt de kinderen naar bed en leest ze een verhaaltje voor. Hij kijkt televisie met zijn vrouw. Zijn vrouw gaat naar bed. De schrijver klapt zijn laptop open en werkt aan een roman waar het woord neuken in voorkomt. Hij kan de recensies al voor zich zien.

woensdag 13 november 2013

De planning

Boek 2 (roman) 40.000 woorden (2014)
Boek 3 (reisverslag) 0.000 woorden (start mei 2014, einde augustus 2014) (2016)
Boek 4 (korteverhalenboek) 50.000 woorden (2020)
Boek 5 (dieetboek) -20 kilo (2017)
Boek 6 (Kattenboek) 300 woorden, veel ergernis (2018)
Boek 7 (kinderboek met illustraties van eigen hand) (2022)
Omdat ik daarna, met bepaalde tegenzin, op gewelddadige wijze om het leven kom, stopt het hier. Dat is niet erg. Zo gaat dat. Ik ben dan eenenveertig, een goede leeftijd voor een man om dood te gaan. Een man moet niet te lang leven.
Boek 8 (korteverhalenboek – postuum) (2023) Nagelaten krabbels. Al snel verramsjt.
In 2023 wordt er in Horizonverticaal een herdenkingsavond georganiseerd. Op de herdenkingsavond spreken schrijvers en andere kennissen die zullen zeggen dat ze me niet echt kenden, maar dat ze toch geraakt zijn door mijn dood. In hun teksten veertien keer het woord ‘ik’. (Natuurlijk, ik leek op hen, het was even alsof ze zelf stierven)
Na afloop zijn hun boeken te koop.
Iemand zet een fles rosé op mijn kist.
Naast de fles staat een foto waarop ik in ontspannen toestand te zien ben.

zaterdag 9 november 2013

nerovetsrethcA

Ik ben begonnen
het oeuvre van K. Schippers
achterstevoren te lezen
Ik heb uoj rooV gekocht
en de laatste bladzijde
voor me
ik kijk naar de punt
rechtsonderaandepagina
ik kijk naar links

donderdag 7 november 2013

About Dutch musicians who sing in English

I understand almost nothing, but I understand almost everything. What I do not understand why so many Dutch singers sing in English? Why are they singing in a language that they are powerful at most, only twenty percent? They also sing for an audience that English but also is able to twenty percent. Whether they are working on a joint Dadaist art? It can not be because they want to speak to an international audience. This probably want them, but do not. They Somewhere employs a director of the factory clichéd songs laughing bucks.

maandag 4 november 2013

Bont

Omdat ik veel boodschappen op mijn lijstje heb staan, heb ik een groot mandje genomen.
Ik heb geluk en vind een kassa waar maar twee mensen staan te wachten. Ik begin mijn boodschappen op de rolband te leggen. Wanneer ik twee boodschappen op de rolband heb gelegd, legt een man zijn boodschappen achter de mijne. Natuurlijk is het weer een blanke. Ik schuif zijn boodschappen naar achter en zeg dat ik zijn boodschappen even naar achter schuif. Hij zegt niets terug. Ik zet de rest van mijn boodschappen op de band en plaats het driehoekige staafje tussen onze boodschappen.
Ik reken af.
Met mijn ene schouder lager dan mijn andere loop ik langs een vrouw met een bontkraag. Ik zeg tegen haar of ze weet dat ze een bontkraag van echt bont heeft. Ze zegt dat ze het weet. Ik zeg dat er zeker twintig dieren onverdoofd gestorven zijn voor haar bontkraag. Ik zeg dat het bont van levende dieren getrokken is. Ze zegt dat ik mijn bek moet houden en dat ik een vuile vieze kankerracist ben.