zondag 29 april 2012

Een boek lezen

Ik heb een boek gelezen. Het is helemaal kromgetrokken. Ik heb de bladzijden wild omgeslagen. Ik heb de rug van het boek op mijn knieën gebroken. Ik heb de hoeken van de bladzijden omgevouwen om te onthouden waar ik gebleven was. In de witruimtes heb ik, met Oost-Indische inkt, af en toe, 'gelul' geschreven. Tussen de bladzijden mijn sigarettenas, koffievlekken, gemorste wijn, haren, niesbuien en geplette vliegen. Een boek lezen is het vernietigen.

vrijdag 27 april 2012

Amateuraborteur

De stappen zijn gezet. De woorden zijn klaar. De aanbiedingsteksten zijn geschreven. De covervoorstellen zijn ingediend. Er is gebedeld bij Bekende Mensen om lyrische quotes. Mijn eerste boek is af. Er komt niets meer bij. Het is een afgerond geheel. Als alles meezit, verschijnt mijn eerste boek (Er gebeurde o.a niets) in oktober bij uitgeverij Atlas-Contact. Ik hoop op één iemand die tienduizend exemplaren van het boek koopt, of tienduizend mensen die één exemplaar van het boek kopen. Al is 750 verkochte exemplaren een betere inschatting, verwacht ik. Als één iemand, die ik niet ken, het boek koopt, is het voor mij al geslaagd. Maar de uitgever denkt daar vast anders over. Volgens mijn mentor L.H. Wiener schrijft een schrijver om onsterfelijk te worden. Hij zegt dat je, wanneer je een boek hebt gepubliceerd, je voor eeuwig voortleeft, al is het maar ergens in een doos, met andere boeken waar niemand op zit te wachten, op zolder. Ik geloof niet dat ik onsterfelijkheid nastreef. Ik weet wel waarom ik schrijf, maar het hier, zo neerschrijven, klinkt vreselijk & heel erg. Dus dat doe ik maar niet. Ik hoop dat ik nooit op televisie hoef te verschijnen om mijn boek te promoten. Radio en krant lijken me prima. Als het maar wel beperkt blijft. Ik wil in rust & vrede leven en heb van schrijvende vrienden begrepen dat journalisten altijd een rommeltje maken van je huis en al je drank opzuipen. Dat mijn boek verschijnt heeft twee gevolgen: 1. Veel van de teksten op dit blog hebben hun weg naar het boek gevonden. Ze zijn gewijzigd en aangepast en in een volgorde gezet. Zodat er een logische en lopende eenheid is ontstaan. De teksten op dit blog zijn de embryo, het boek is de baby. Het boek is de ultieme vorm van de teksten die ik schreef. Ik zal de teksten op dit blog die in het boek komen, verwijderen van het blog, als een amateuraborteur. Dit doe ik tussen nu en augustus. Mensen met weinig geld kunnen dus nu beter gaan copy-pasten (edit: de teksten die in het boek verschijnen zijn op woensdag 16 mei 2012 gewist - JP). 2. Ik kan beginnen aan mijn tweede boek. Ik heb ook al plannen voor mijn derde boek, maar het lijkt me handig eerst mijn tweede boek te schrijven, en dan pas mijn derde boek. Mijn tweede boek wordt een collageroman die uit drie delen bestaat. De drie delen hebben iets/niets met elkaar te maken. In mijn hoofd worden het drie delen van ieder honderd pagina’s, uitgegeven in een luxe cassette. Ik ben van plan alles weer voor te publiceren op dit blog, dat is me goed bevallen. De werktitel van boek II is ‘Echte Mensen from Mars’.

zaterdag 21 april 2012

Kleine dingen

Ik wil weinig dingen. Ik wil tekeningen maken, verhalen schrijven, drinken, roken, films kijken, boeken lezen, muziek luisteren, met blote vrouwen in bed liggen en heel soms met mensen, die ik al ken, praten. Dat is het wel. Al het andere stoot ik af, negeer ik of besteed ik uit.
Twee keer per maand komt een schoonmaker mijn huis schoonmaken. Ik heb de schoonmaker gevonden via Marktplaats. Hij prees zichzelf aan als iemand die van aanpakken weet, enthousiast is en ook goed is in het repareren van kleine dingen. Na wat mailtjes kwamen we een zwart arbeidscontract overeen: Voor tweeënhalf uur schoonmaken vraagt hij dertig euro contant.
Om de dertig euro te kunnen betalen draai ik een extra zaterdagdienst in de dierenwinkel waar ik werk.
De eerste keer dat de schoonmaker kwam, hield mijn vriendin hem scherp, maar onopvallend, in de gaten. Ze werkte in haar studeerkamer aan haar scriptie en soms loerde ze onder de deur door naar de schoonmaker. Ze zag dat hij hard werkte en ook de handvatten van de keukenkastjes schoonmaakte. Wij wisten niets eens dat onze keukenkastjes handvatten hadden.
Ik kwam thuis uit mijn werk, de schoonmaker was net klaar, hij bracht verslag uit van wat hij allemaal had gedaan. Met zijn drieën dronken we nog een glas 7UP.
De tweede keer dat de schoonmaker kwam was mijn vriendin niet thuis. Ze was op bezoek bij een vriendin die ook aan haar scriptie werkt. De schoonmaker had de sleutel van ons huis gekregen.
Ik kom thuis. De deur is niet op slot. Ik loop naar binnen en hoor gekreun uit de slaapkamer komen. Het huis ziet er niet schoongemaakt uit. Ik loop naar de slaapkamer en doe de deur open.
De schoonmaker ligt dronken in mijn bed. Alleen zijn hoofd steekt boven de dekens uit. Op de grond liggen lege flessen rosé. Mijn merk. Mijn vriendin verstopt drank in huis, op geheime plekken, omdat ik anders alle drank meteen opdrink. De schoonmaker staart me met wijd opengesperde ogen aan. Onder de deken zie ik zijn dikke buik op en neer bewegen. Hij heeft een regelmatige ademhaling. Zijn haar zit in de war.

donderdag 19 april 2012

Piercings

Hij liet door alle moedervlekken op zijn lichaam piercings zetten. Een ring door alle moedervlekken. Hij probeerde vlooien te trainen. Ze moesten door de ringen springen. Met een kleine stok wees hij de vlooien op de ringen en dan riep hij: 'Spring!' Maar dat springen door de piercings wilde niet echt vlotten.

zondag 8 april 2012

Proeverij

Soms moet je eens wat overhebben voor je relatie, had mijn vriendin gezegd. Ik sta in de lobby van een vergadercentrum. Een grijze kolos vlakbij Hoog Catharijne. Handige plek, zo naast het station, zei mijn vriendin. Twee weken geleden schreef ze het in mijn agenda: wijnproeverij. Er was een leuke aanbieding. Voor enkele euro’s per persoon een avond wijnproeven. Tenminste, als minstens 48 andere koopjesjagers ook zouden zwichten. En dat deden ze. Zo veel korting kun je niet laten liggen. Dan ben je een dief van je eigen portemonnee.
In de lobby gaat een alarm af. Een dikke man in een roze poloshirt komt aangerend. Grote zweetplekken onder zijn oksels. Iets te zongebruind. Iets te veel gel in het weinige haar. Een Italiaans maffialid. Als hij ons ziet, leidt hij ons naar de kantine van het vergadercentrum.
Door de kantine schalt Sky Radio. Fel tl-licht. Twaalf tafels staan in rijen opgesteld, bedekt met stijve witte lakens. Aan elke tafel zitten vier mensen. Sommige praten, sommige luisteren de gesprekken van anderen af. Een dikke vrouw met touwtjes aan haar bril praat net iets te hard zodat iedereen kan horen hoe veel ze van wijn weet.
Mijn vriendin loopt de tafel langs, op zoek naar een plekje. Alle tafels zitten vol.
Het maffialid haalt extra stoelen en vraagt twee mensen om een stukje op te schuiven. Ik kom klem te zitten tussen een grote pilaar en een vrouw met gele tanden. Mijn vriendin zit naast een man met de kleren van een student maar de adem van een oude alcoholist.
Op iedere tafel staat een peper- en zoutstelletje en een vaas met bloemen zonder steel. Daarnaast ligt voor ieder een formulier waarop je kunt invullen hoe de wijnen eruit zien, ruiken en smaken. De wijnen hebben namen als Terras de Arraiolas Branco, Casual Branco, Etcetera Tinto en Amnesia Tinto.
Het maffialid deelt wijnglazen uit, en kartonnen bekertjes met het logo van het vergadercentrum. Dan zet hij een karaf neer waarin we onze wijn kunnen spugen of gieten.
De muziek gaat uit. De mensen durven alleen nog te fluisteren.
Het maffialid schenkt in ieder wijnglas één slok wijn. Aan de fles zit een plastic schenktuitje. Hij knoeit niet.
Van achter de pilaar begint hij te praten over Portugese wijnen. Over wijngaarden, eikenhouten vaten, tannines en Tringadera. Over de techniek van het wijnproeven. De wijn moet worden geschommeld, geroken en achter op de tong gegoten, zodat onze ‘smaakpupillen’ optimaal geprikkeld worden. Mijn vriendin verslikt zich.
We mogen drie witte wijnen proeven en vijf rode. Er is geen rosé, want dat is geen echte wijn. Ik vind rosé het lekkerst. De lekkerste rosé is grijzig van kleur en smaakt naar mosterd.
Elke keer dat het maffialid langskomt om een slok wijn in te schenken, knoeit hij een beetje meer. Daar gaat onze korting. Ik spuug de wijn niet uit. Ik schrijf niets op.
De vrouw met de gele tanden houdt iedere slok wijn vijf minuten onder haar neus, schrijft haar formulier vol en giet de wijn in de karaf.
De dikke vrouw gaat steeds harder praten en begint nu ook de zinnen van het maffialid af te maken. Een jonge man naast de vrouw (haar zoon?) hult zich schaamte.
Na acht slokken wijn heeft mijn vriendin een rood hoofd en krijgen we de prijslijst van de wijnen die we hebben geproefd. We kunnen de wijnen per fles of per doos bestellen.
Het maffialid neemt ons mee naar de bar, waar we allemaal één stukje brood en één blokje kaas mogen nemen.
Ik zeg dat ik mijn pen ben vergeten, en loop terug naar de tafeltjes. Bij onze tafel kijk ik om me heen. Iedereen is snel naar de blokjes kaas gelopen, bang om te laat te zijn.
Dan giet ik de inhoud van de karaf in mijn mond. De wijn van de vrouw met de gele tanden.
Mijn vriendin schudt de hand van het maffialid en zegt dat we gaan. We mogen een fles wijn uitzoeken. Mijn vriendin kiest de vieste. Die is het duurst.
Zwijgend loop ik achter mijn vriendin mee naar buiten.
In de lobby loeit het alarm.


Mijn vriendin is met een vriendin naar een wijnproeverij geweest. Als ze thuiskomt, zegt ze tegen me: ‘Het was echt een setting voor jou. Echt een setting waar jij een verhaal over zou schrijven.’ Ze zegt dat ze aantekeningen heeft gemaakt, dat ze de aantekeningen gaat uitwerken tot een verhaal in mijn stijl. Ze doet het en stuurt het verhaal aan al onze vrienden, familieleden en kennissen.
De dagen daarna ontvang ik mailtjes en sms’jes van onze vrienden, familieleden en kennissen. Ze feliciteren me met het verhaal. Eindelijk heb ik eens een leuk verhaal geschreven, schrijven ze, dat ze snappen, en herkenbaar vinden. Ze schrijven dat ik op deze voet absoluut verder moet.

woensdag 4 april 2012

Voorlezen: Boekennacht Amsterdam

Tijdens de Amsterdamse Boekennacht, vrijdag 13 april, lees ik voor bij Het Lieverdje. Daar is een openluchtpodium waar grote schrijvers als Carel Helder, Tommy Wieringa, A.L. Snijders, Ivo Victoria en Paul Abels komen voorlezen. Ik mag ook meedoen, een hele eer. Het Lieverdje is een beeld op het Spui in Amsterdam. Het beeld stelt een jongetje voor dat zijn armen parmantig tegen zijn zij houdt. Het jongetje heeft hier geen bedoeling mee, hij wil niemand irriteren. 20:00-20:45. www.boekennacht.nl

maandag 2 april 2012

Twitter

Ik leef ineens in een digitale wereld. Je kunt niet over alles stukjes schrijven, maar je kunt wel over alles twitterberichten schrijven. Vandaar: Twitter.com//JoubertPignon
Voor nieuwtjes, actualiteiten, aanzoeken, etc.