dinsdag 30 november 2010

Dak

De Moslims haten onze vrijheid. Ze haten het gelach van onze kinderen in onze straten.

Mijn ouders waren op bezoek. We bakten stokbrood. Mijn vader dronk twee bier. Mijn moeder dronk één wijn en een glas water. Op het bevroren trapje voor het huis rookte mijn vader shag. Hij zag dat het fietsenhok geen dak meer heeft.
Ik dronk zes bier en twee flessen wijn.
Later vraag ik me af waarom ik zo dik geworden ben.
Humus, Kaasmosterdsalade, Brie.
Na afloop rook de oven naar zwarte dingen.
Mijn zusje is zevenentwintig en krijgt haar vierde kind.
Als mijn ouders op bezoek zijn praat mijn vriendin met een bekakt accent. Ik heb de vloer met twee verschillende lapjes geboend. Mijn konijn plast op schone en op vieze vloeren.

In de kroeg sprak ik een priester die vertelde dat hij tegen abortus is zodat er over een paar jaar ook nog iets te neuken valt.

zondag 28 november 2010

Kapper

Ik kijk in de spiegel en zie hoe de kapper mijn haar knipt. Hij vraagt wat ik in het dagelijks leven doe. Ik zeg dat ik in een dierenwinkel werk en stukjes schrijf. De kapper vraagt of de oren vrij mogen en waar die stukjes over gaan. Ik zeg: 'Nou, over dit hier bijvoorbeeld. Over dat ik bij de kapper zit." Ik zeg dat ik zou schrijven dat ik hem als kapper heb uitgekozen omdat hij kaal is, en dat dat me bevalt: een kale kapper. En ik zou wat rake observaties maken over zijn leven in de spiegel. Hij ziet zichzelf de hele dag werken in de spiegel en heeft zichzelf meer uren gezien dan goed is voor een mens. Ik zeg dat ik het stukje abrupt zou eindigen, zoals ik dat bijna altijd doe.
"Dat wordt dan vierentwintig euro," zegt de kapper.

zaterdag 27 november 2010

Roken

Ik ben gestopt met roken. Ik snap niet wat andere mensen zo moeilijk vinden aan stoppen met roken. Ik heb een eigen filosofie ontwikkeld waarmee ik gestopt ben: niet meer doen. Geen sigaretten meer opsteken. Geen sigaretten meer kopen (al is opsteken erger, kopen zou nog kunnen). Als iemand je een sigaret aanbiedt 'nee' zeggen.
Het wachten is nu tot deze filosofie ontdekt wordt en aanslaat bij andere mensen. Daarna rollen de pegels binnen.

zondag 21 november 2010

Dirk


In Haarlem is een hond gestolen. Er hangen briefjes op de winkelruiten. Een hond met rode wallen is in de Hema gestolen. Om elf uur 's ochtends. De hond is bijna groter dan een labrador. Er wordt een beloning uitgeloofd. Vijfentwintighonderd euro voor wie hem terugbrengt. Een paar winkelruiten verder wordt er duizend euro aan de eerlijke vinder gegeven.

zaterdag 20 november 2010

Pleister en een kusje

Ik lees dat het nieuwe kabinet een plan heeft om het aantal verstandelijk gehandicapten te verminderen: het verhogen van de IQ-grens. Hierdoor zijn er in één klap minder verstandelijk gehandicapten. En dus minder mensen die in aanmerking komen voor zorg.
Dat wordt dus werken voor de kost.
Ik kijk er naar uit.
Naar de verstandelijk gehandicapte leraren die niets op het bord kunnen schrijven omdat ze alle krijtjes in hun neus hebben gestopt. Naar de verstandelijk gehandicapte scheidsrechters die hoofdschuddend - en met een rode toet - ontkennen dat ze alle rode kaarten hebben opgegeten. Naar de verstandelijk gehandicapte doktoren die een pleister op een tumor plakken, er een kusje op geven en roepen: 'Beter!'
Grote, natte glimlach.

dinsdag 16 november 2010

Coach

Ik lag op de bank, keek voor me uit, maar zag niets. Mijn vriendin zei dat ze een paar dagen naar haar ouders ging en trok de deur achter zich dicht. Naast de kast trok het konijn plukken uit het tapijt. Ik keek, ik zag, maar dacht aan niets. Er was slechts niets.

Ik ken de valkuilen (drank, drugs, weinig slapen, gebrek aan zonlicht, rotwerk, aanstellerij) maar voel hoe ik toch weer de duisternis in word getrokken. Mijn tolerantie neemt af. Bot op bot. Een kunstmatige glimlach houdt me voorlopig overeind. Ik praat mezelf moed in alsof ik mijn coach ben. Met een tik op mijn billen stuur ik mezelf het veld in. Blessuretijd. Het staat nul drie.
Zet 'em op, kanjer.

zaterdag 13 november 2010

Storm

Het waait. Er zijn geen agenten buiten. Anders waait hun snor door de war.

woensdag 10 november 2010

Pieten

Nog een paar nachtjes slapen en dan begint de hele Zwarte Pieten-discussie weer. En terecht, want een Zwárte Piet, dat is racistisch. Waar zijn de groene, blauwe, gele en beige Pietjes? Een Zwárte Piet, dat is een slecht voorbeeld voor onze kinderen.
Een terechte discussie dus, waar ik graag nog een voetnoot aan toe zou willen voegen. Ikzelf stoor me altijd aan het feit dat alle Pietjes goed ter been zijn. En in blakende gezondheid. Waar zijn de Gehandicapte Pieten? De Pieten in een rolstoel, de epileptische, spastische Pieten. De Pieten met het syndroom van Down. Pieten met Aids of een lui oog of een catheter. Of die recent een orgaan hebben gedoneerd, die mis ik.

zaterdag 6 november 2010

Ballon

In het nieuwe boek Ga Niet Naar Zee van Tommy Wieringa lees ik het verhaal Ballon. Ik vind dit verhaal ongelooflijk goed. Ik lees het minstens drie keer per dag.

vrijdag 5 november 2010

Ontluikt

De seksualiteit van mijn buurmeisje ontluikt. Ze is veertien jaar, een beetje laat misschien. We liggen boven op bed, boven de dekens. Mijn vrouw is niet thuis.
Ik heb een condoom om en laat zien hoe je het vel moet bewegen.
Een jongen van haar leeftijd zou alles vies maken, haar voor altijd afkerig maken. Ik pak de achterkant van haar nek vast, voel haar haarbandje, kom klaar.
Met grote ogen houdt ze het condoom tegen het licht.

donderdag 4 november 2010

Nuchter

Ik ga met een meisje om dat ik niet mag als ik nuchter ben. Als ze bij me komt, zorg ik dat ik zo snel mogelijk dronken ben. We hebben niets om over te praten.
Ik neuk haar zo hard ik kan. Met glijmiddel heeft ze zichzelf vochtig gemaakt. Aan haar plezier denk ik niet. Ik stoot en ik stoot met een beestachtig gekromde rug. Ze schreeuwt als in een pornofilm. Als ik nuchter was, zou dat me irriteren.
Als ik ben klaargekomen, luisteren we naar Jesus, Etc. van Wilco en naar de onderburen die ruzie maken.

woensdag 3 november 2010

Bed

Een meisje gaat met zo veel mogelijk columnisten naar bed. Ze is werkloos, ze heeft geen geld voor een advertentie. Ze hoopt dat de columnisten over haar werkloosheid schrijven en ze zo werk aangeboden krijgt. Controleren of haar plan werkt, kan ze niet.
Ze heeft geen geld om een krant te kopen.