dinsdag 9 juni 2009

Nico

Met een knalrode kop van de inspanning zit Nico Dijkshoorn achter zijn laptop. Door de werkkamer van zijn rijtjeshuis in Amstelveen gonst de muziek van het zoveelste hippe bandje. Vier sterren in de OOR! Mooi vindt Nico de muziek van het hippe bandje niet, maar oud en versleten gevonden worden vindt Nico nog erger. Hij heeft al zoveel tijd verspild in de bibliotheek.
Even doorbijten dus maar.
Nico verplaatst zijn gedachten van de muziek naar het lege scherm van zijn laptop. Hij moet een stukje schrijven. Het onderwerp weet hij al. 'Vroeger'. Nico gaat een stukje over vroeger schrijven en over hoe alles toen beter was. Nu alleen nog een kapstok vinden. Zal hij over de veters in de voetbalschoenen van Sjaak Swart schrijven, die Sjaak zelf moest betalen? Ha, kom daar nu nog maar eens om, met die verwende voetballers van tegenwoordig. Of zal hij schrijven over Rinus Michels die een keer een voetbal opat omdat hij dacht dat het een biefstuk was? Om in vorm te komen schrijft Nico snel een gedicht, een gedicht dat hij later die avond voor zal lezen op de televisie in De Wereld Draait Door:

Het Ego

Van Matthijs


Is zo Groot


Als We Het


Vangen


en


Doden


en


Opbakken


Kunnen We


Er een Jaar


Van Eten


In Deze


Tijden


Van

Crisis


Succes verzekerd. Zelfs Matthijs zal lachen, weet Nico. Matthijs beseft als geen ander hoe dol de Nederlander is op beroemdheden met zelfspot. Zelfspot tonen kan wonderen betekenen voor je bankrekening.
Snel tikt Nico zijn column af. Iets over vroeger, een overdrijvinkje er in, een vergelijking met nu en hij noemt Mart Smeets een keer. Dat zal hem leren niet om Nico te lachen.
Terwijl de cd van het hippe bandje afgelopen is, gaat Nico even op zijn schrijversbankje liggen. Net zo één als Harry Mulisch heeft. Dat heeft Nico eens gelezen in een tijdschrift. Zelf staat Nico de laatste tijd ook vaak in tijdschriften. Hij schrijft stukken en geeft interviews af. Daar is Nico trots op. Hij vindt het leuk om eindelijk erkenning te krijgen voor zijn schrijverschap. Nico pakt één van de tijdschriften en scheurt het interview met hemzelf eruit. De rest van het tijdschrift gooit hij in een hoek. Één voor één legt hij de blaadjes over zijn lichaam. Een deken van zijn eigen zinnen bedekt hem. Dan valt Nico Dijkshoorn in een tevreden slaap. Hij slaapt alsof hij weer vier jaar oud is.